Praktijkvoorbeelden I-Doctoraat
In samenwerking met het I-Doctoraat zijn er al vele promovendi gestart met interessante onderzoeken bij Rijksorganisaties. Lees hier meer over de promovendi en hun lopende onderzoek.
Interviews met duale promovendi via I-Partnerschap
Duale promovendus Ferdinand Griesdoorn doet onderzoek naar verantwoord onderzoeken en innoveren in het domein van quantum mechanica en quantum fysica.
Luisteren om te begrijpen
Wanneer Ferdinand Griesdoorn niets te leren heeft wordt hij chagrijnig, maar voorlopig kan hij vooruit. Na drie Masters te hebben behaald, is hij enige tijd geleden gestart met promoveren. Hij startte dat op eigen kracht, en doet dit naast zijn werk bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. “Een promotie traject naast het werk is zwaar en er komt veel op je af.” Toch kan hij het iedereen aanraden. “Kennis brengt je op plekken, waar je voor het werk de juiste invloed kunt uitoefenen.”
De mavo ronde hij af zonder zichtbare inspanningen. De middelbare middenstandsopleiding sloot hij af in het jaar dat de regering besloot om verplichte diploma’s voor ondernemers op te heffen. In het hogere beroepsonderwijs ging alles zeer traag. “Ik kan niet goed tegen herhaling van lesstof, het is alsof je voortdurend reclame kijkt,” geeft Ferdinand Griesdoorn toe. Pas toen hij naast zijn werk een Master deed kreeg hij lol in het leren. “Dit sloot aan bij hoe het in mijn hoofd werkt.”
Meer inzicht in mensen
Na zijn Master in informatiemanagement deed hij er één in business administration, zodat hij de wereld waarin hij werkte beter kon begrijpen. “Ik kreeg meer inzicht in de manier waarop veel directeuren denken.” De directeuren kregen financiële mensen aan tafel die een eigen taal spraken, waardoor projecten opeens niet meer doorgingen. Hierdoor werd Ferdinand nieuwsgierig en volgde een Master of Science in Finance & Control.” Wanneer er sprake is van een financiële ‘abracadabra’ heeft hij nu een ‘hocus pocus pilates pas’-antwoord. Door de verschillende masters spreekt Ferdinand verschillende vaktalen en is hij beter geworden in het beheersen van complexiteit.
Technologie voor mensen
Die studie wakkerde zijn interesse aan voor gedragswetenschappen. “Dat vond ik een leuke kant van financiën.” Ferdinand wilde gaan verdiepen in plaats van verbreden en in 2017 ontmoette hij bij de Radboud Universiteit emeritus-hoogleraar Ben Dankbaar. Aan hem legde hij drie casussen voor waarop hij wilde promoveren op het gebied van verantwoord onderzoeken en innoveren (RRI). Twee vielen al snel af. Wat overbleef voelt voor Ferdinand inmiddels als zijn levensdoel. “Wat mij drijft is verantwoord innoveren, zodat technologie gericht wordt op het oplossen van maatschappelijke uitdagingen.” En dan niet zomaar technologie, maar ontwikkelingen in het domein van de quantum mechanica en quantum fysica, onderwerpen die hem mateloos interesseren en waar hij heel veel over leest. Deze technologie veroorzaakt een verschuiving van een tijdperk, het digitale tijdperk is aan een einde en het quantum tijdperk komt daar steeds sterker voor in de plaats.
Responsiviteit
Verantwoorde innovatie kijkt naar de gevolgen van technologie op de mens en de maatschappij. “Het is oorlog in de wereld. Er is ongelijkheid. Spanning in de geopolitieke verhoudingen. Mensen hebben minder vertrouwen in leiders. Onder al die problemen zit een ethisch complex vraagstuk en ik denk dat we die complexiteit kunnen verminderen met verantwoorde innovatie. Eén van de aspecten daarvan is responsiviteit, het luisteren om te begrijpen en acteren.” Hij noemt Airbnb als voorbeeld. “Hoe kunnen gemeenten niet hebben voorzien dat zoiets problemen oplevert in woonwijken? Weg sociale cohesie. Mensen die rust belangrijk vinden, willen niet elke dag feestjes in de straat. Technologie verandert de morele normen en waarden. In vergaderingen zitten mensen niet te luisteren, maar op hun mobiele telefoon te werken aan hun sociale media. Influencer is een beroep geworden. “We moeten nadenken over de gevolgen van technologie op onze samenleving en verantwoordelijk innoveren om de positieve ontwikkelingen vast te houden en de negatieve ontwikkelingen te vermijden.”
Zorgwekkende beleidsperspectieven
Wat kan de overheid doen? Daar hoeft Ferdinand geen seconde over na te denken. “Europa beïnvloeden waardoor er een andere marktstructuur ontstaat. Technologische diplomatie ondernemen, zodat actiever gesproken wordt met de grote technologische bedrijven over de technologie, innovatie en de maatschappelijke impact. Bovendien zou het mooi zijn als beleidsmedewerkers meer verantwoordelijkheid nemen als het aankomt op beleid voor onderzoek en innovatie.” Hij doet zijn promotieonderzoek onder meer met beleidsmedewerkers bij de Rijksoverheid. De uitkomst naar gedeelde beleidsperspectieven over innovatie met quantum technologie stemde droevig. “Het perspectief van beleidsmedewerkers die kijken naar inclusiviteit geeft me hoop, maar drie andere perspectieven zijn zorgwekkend: beleid solistisch gedreven door economische groei, volledig afgestemd op wat de minister vraagt, of onaangepast door de aanwezigheid van apathie. Beleid vanuit die perspectieven richten innovatie niet op het succesvol aangaan van maatschappelijke uitdagingen.” Voor Ferdinand was dat een teleurstelling en hij gebruikt de energie die hij daarvan krijgt in het verder ontwikkelen van zijn promotieonderzoek.
Onderzoek geeft aanzien en opent deuren
Als medewerker van Buitenlandse Zaken kan hij zijn kennis goed inzetten. “Dit komt misschien als een schok, maar Nederland is niet uniek in de wereld.” Hij zegt het met een glimlach. “Veel meer landen zitten met de problemen die wij hebben. Mijn onderzoek geeft mij aanzien zodat ik op een internationaal speelveld mee kan doen. Ik zit bij internationale groepen aan tafel en we praten over de stabiliteit van de samenleving en de vooruitgang van de mensheid met behulp van quantum technologie. En hopelijk kan ik daar dingen zeggen die doorslaggevend zijn voor beleid, wet- en regelgeving.”
Naast zijn aanstelling bij de TU-Delft, zit hij voor zijn baan bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken bij de Nationale Quantum Initiatives van de Europese commissie, een expert werkgroep van de OESO/OECD, de programmaraad van de Rijks Innovatie Community, en bij de Quantum Innovatie Hub Rijksoverheid als voorzitter.
Zoek ondersteuning
Mensen die een praktische loopbaan combineren met het opdoen en toepassen van wetenschappelijke vaardigheden en kennis leveren veel meerwaarde op voor de Rijksoverheid. “Ja het is zwaar,” zegt Ferdinand. “Een promotietraject vraagt veel tijd en er komt veel op je af. Zeker als je onderwerpen behandelt die voor de Rijksoverheid zowel in de diepte als in de breedte van belang zijn. Ook in het overdragen van kennis en vaardigheid gaat tijd zitten. Ik ben op eigen kracht aan de slag gegaan, het had zoveel eenvoudiger geweest met de juiste ondersteuning.” Toch wil hij iedereen die graag leert aanmoedigen. “De hoogwaardige kennis die mensen opdoen tijdens een PhD-onderzoek is hard nodig bij de rijksoverheid, zegt hij. De wereld veranderd in hoog tempo, en dat vraagt veel kennis en vaardigheid, daarom moeten we die kennis kweken, behouden en belonen.” “Daarom is het I-Doctoraatsprogramma van i-Partnerschap zo belangrijk. I-Partnerschap verbindt het netwerk van universiteiten aan rijksoverheid organisaties en geeft kansen om die unieke combinatie mogelijk te maken.”
Meer weten over het onderzoek? De eerste publicatie is te lezen in het journal of responsible technology, volume 16, met de titel: The presence of Responsible Research and Innovation in the perspectives of Dutch policy officers regarding innovation with quantum technology.
I-Doctoraat
Het I-Doctoraat verbindt het netwerk van universiteiten aan het rijksnetwerk en aan rijksorganisaties. Zo wordt kennisdeling en -ontwikkeling binnen de overheid continue gestimuleerd. Tegelijkertijd helpt het I-Doctoraat bij een goede landing van de duale promovendi binnen de rijksoverheid.
Waardevolle I-toptalenten en nuttige wetenschappelijke kennis
Met een duale promovendus haal je als rijksorganisatie voor vijf tot zes jaar I-toptalent in huis dat wetenschappelijk onderzoek doet én meewerkt als collega. De tussentijdse onderzoeksresultaten zijn meteen toe te passen in de praktijk. Zo kun je duurzame stappen zetten in rijksbrede I-vraagstukken als informatiehuishouding, cybersecurity, data en AI.
Meer weten? Lees over het I-Doctoraatsprogramma van I-Partnerschap op onze website of neem contact op via i-partnerschap@rijksoverheid.nl
De Eerste Kamer is een prachtige plek voor werk en onderzoek, weet stafmedewerker en promovenda Juliette Ermers. Naast haar werk op deze historische plek onderzoekt zij de vraag hoe het parlement grip kan krijgen op de algoritmische uitvoering.
In 2022 stelde de Eerste Kamer der Staten-Generaal een rapportage op in samenwerking met het onderzoekinstituut Rathenau over de groeiende invloed van algoritmes en digitalisering op wet- en regelgeving. Luuk Van Luijk is eerste plaatsvervangend griffier en directeur Inhoud. “Het werd duidelijk dat de Eerste Kamer structureel meer aandacht moest gaan geven aan die ontwikkeling. Daarnaast wilde de Kamer de deskundigheid over het onderwerp versterken bij de Kamer zelf door middel van wetenschappelijk onderzoek. Bijvoorbeeld door het aannemen van een promovenda. Wij zochten iemand die beschikbaar was om hier te werken en affiniteit had met het onderwerp.”
Bachelor, Master, nu PhD
Juliette Ermers gaf op dat moment nog les aan Bachelor studenten Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Utrecht (Utrecht University). Al in haar studententijd werkte zij als student-assistent samen met hoogleraar staatsrecht Prof. mr. dr. Jurgen Goossens. Zij raakte onder andere betrokken bij het interdisciplinaire onderzoeksproject CHAIN, dat zich richt op de inzet van nieuwe technologieën, zoals blockchain, door de overheid. “Dat is waar recht en technologie voor mij samen kwamen,’ zegt Juliette. Zij heeft een dubbel Bachelor programma gevolgd (Liberal Arts & Sciences en Rechtsgeleerdheid) en vervolgens een Extended Master Publiekrecht en Arbeidsrecht behaald aan Tilburg University. Ze werkte nog even in de advocatuur, maar ze besefte dat haar passie elders lag. Lesgeven aan Bachelor studenten Rechtsgeleerdheid beviel haar goed. Maar het allermeest houdt ze van onderzoek doen.
Hybride vorm
Via Jurgen Goossens hoorde ze dat er een duale promotieplek in de maak was bij de Eerste Kamer. Juliette zegt: ‘Gedurende mijn studententijd ontwikkelde ik een passie voor onderzoek en groeide mijn interesse in het volgen van een PhD-traject. Maar ik wilde niet in mijn eentje 5 dagen per week onderzoek doen in een kamertje. Dus toen ik hoorde van deze positie in Den Haag als onderdeel van de staf van een Kamercommissie, werd ik steeds enthousiaster.” Na gesprekken met de Eerste Kamer, de universiteit en I-Partnerschap bleek Juliette de kandidaat bij uitstek. Sinds 1 december 2023 werkt zij fulltime bij de Eerste Kamer, twee dagen als stafmedewerker voor de nieuwe commissie Digitalisering en drie dagen per week aan haar onderzoek. In haar rol als stafmedewerker voor de commissie Digitalisering werkt ze nauw samen met plaatsvervangend griffier Kim van Dooren. Luuk zegt: “Ik geloof in de wisselwerking tussen onderzoek en toepassen in de praktijk. Daarbij was het prettig dat I-Partnerschap ons hielp met het ‘huiswerk’, zoals de arbeidsovereenkomst en andere administratieve zaken; dat is goed geregeld.”
Algoritmische systemen
Het promotieonderzoek van Juliette staat onder begeleiding van hoogleraar Staatsrecht Prof. mr. dr. Jurgen Goossens (Universiteit Utrecht), met dr. Erna Ruijer (Ph.D) (Universiteit Utrecht) en dr. Eva van Vugt (Maastricht University) als copromotoren. Haar onderzoek concentreert zich op de vraag hoe het parlement voldoende grip kan krijgen op de algoritmische uitvoering door het versterken van de informatierelaties en verantwoordingsmechanismen tussen parlement, regering en uitvoeringsorganisaties. Om uit te leggen wat dat betekent, schetst Juliette eerst het historisch kader.
Toen de nachtwakerstaat transformeerde in een verzorgingsstaat, nam de overheid een breder scala aan taken op zich, waarvoor gespecialiseerde kennis noodzakelijk was. Deze expertise bevond zich vooral bij het bestuurlijk apparaat, wat ertoe leidde dat het parlement een deel van zijn regelgevende bevoegdheden en discretionaire beslissingsruimte overdroeg aan het bestuur. Dit proces markeerde de opkomst van de zogenaamde ‘administrative state’, waarin het bestuur een steeds dominantere rol kreeg ten koste van de traditionele rol van het parlement.
Inmiddels heeft er een evolutie plaatsgevonden naar een ‘algoritmische’ administrative state. Sinds de jaren ’90 zet het bestuur op grote schaal algoritmische systemen in. Dit kunnen simpele algoritmes zijn: als persoon X is geboren op datum Y, dan is datum Z zijn pensioendatum en krijgt hij vanaf die datum een AOW-uitkering toegekend. In toenemende mate worden er echter ook zelflerende algoritmes ingezet, die gebaseerd zijn op statistische waarschijnlijkheid en zelf patronen kunnen identificeren in grote hoeveelheden data.
Digitalisering versterkt zo de bestaande dominantie van het bestuur. De Toeslagenaffaire heeft aangetoond wat er kan gebeuren als het parlement onvoldoende grip heeft op de algoritmische uitvoering. Dit heeft een deuk geslagen in het vertrouwen van de burger in de overheid.
Blackbox
In de algoritmische administrative state weet het parlement het bestuur niet meer goed te controleren. Inmiddels is het zelfs zo dat niet het bestuur, maar de programmeurs veel macht in handen krijgen. “Neem de vertaling van wetten naar machinetaal, zodat wetgeving geautomatiseerd uitgevoerd kan worden. Onze wetteksten bieden ruimte voor interpretatie. Het zijn technici die de ruimte vastleggen in ICT-systemen. Zij maken een vertaalslag.” Juliette: "Waar het pas echt zeer spannend wordt, is wanneer algoritmische systemen zelflerend zijn en beslisregels in het systeem zich gedetailleerder doorontwikkelen zonder dat hierop democratische controle plaatsvindt. Waar de discretionaire macht al begon te verschuiven van het bestuur naar de programmeurs, verschuift deze nu in zekere zin ook naar de algoritmische systemen zelf. Dat gebeurt in een blackbox, daar heeft dan niemand nog volledig zicht op." Dit roept fundamentele constitutionele vraagstukken op.
Bescherming
Juliette zal focussen op de vraag hoe het parlement zijn positie in het parlementair stelsel kan versterken en zodoende grip kan krijgen op de algoritmische uitvoering. Daarbij zal ze in het bijzonder oog hebben voor de informatierelaties en verantwoordingsmechanismen tussen het parlement, de regering en uitvoeringsorganisaties. “De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor de informatierelaties tussen deze actoren en de vraag hoe en in welke mate de overheidsactoren verantwoording moeten afleggen. Een belangrijke oorzaak van de Toeslagenaffaire was een gebrekkige informatievoorziening aan het parlement. Daarnaast leidde een cultuur van het afbakenen van deelverantwoordelijkheden ertoe dat niemand de verantwoordelijkheid voor het geheel nam. Voor het vertrouwen van de burgers is het cruciaal dat burgers begrijpen wat de overheid doet en wie finaal verantwoordelijk is. Dit wordt nog pregnanter in het tijdperk van de algoritmische administrative state.” Voor het empirische deel van haar onderzoek, gaat Juliette interviews afnemen met uitvoeringsorganisaties, Kamerleden en experts om vast te stellen wat er goed gaat en waar de knelpunten liggen.
Feestelijk onthaal
In december 2023 werd Juliette Ermers feestelijk onthaald door Luuk Van Luijk, Remco Nehmelman en Kim van Dooren. Vanuit Universiteit Utrecht was Jurgen Goossens erbij en namens I-Partnerschap Sanela Hujdur.
Het I-Docotraatsprogramma van I-Partnerschap heeft de Eerste Kamer geholpen met de totstandkoming van de duale promotieplek door te helpen met de arbeidsovereenkomst en andere administratieve zaken. Het I-Doctoraat verbindt het netwerk van universiteiten aan het rijksnetwerk en aan rijksorganisaties. Zo wordt kennisdeling- en ontwikkeling binnen de overheid continue gestimuleerd. Tegelijkertijd helpt het I-Doctoraat bij een goede landing van de duale promovendi binnen de Rijksoverheid.
Waardevolle I-toptalenten en nuttige wetenschappelijke kennis
Met een duale promovenda haal je als rijksorganisatie voor vijf tot zes jaar I-toptalent in huis dat wetenschappelijk onderzoek doet én meewerkt als collega. De tussentijdse onderzoeksresultaten zijn meteen toe te passen in de praktijk. Zo kun je duurzame stappen zetten in rijksbrede I-vraagstukken als informatiehuishouding, cybersecurity, data en AI.
Meer weten? Lees over het I-Doctoraatsprogramma van I-Partnerschap op onze website of neem contact op via i-partnerschap@rijksoverheid.nl
De weg naar een PhD is voor iedereen anders. Dat kan zitten in de verdeling werk en onderzoek, de zoektocht naar een promotor of het fijnslijpen van de onderzoeksvraag. François Essers bood werkgever de Belastingdienst een kant-en-klaar pakket aan van universiteit, promotor en onderzoeksvoorstel. Daar moest alleen nog een functie bij met ruimte om te werken aan zijn PhD.
François Essers is een fiscalist met kennis van technologie. Hij behaalde een Master in Tax and Technology van de universiteiten van Tilburg en Maastricht en de VU in Amsterdam. Hij werkte acht jaar als fiscalist in de adviespraktijk. Tijdens het schrijven van zijn Masterscriptie werd duidelijk dat hij niet tot aan zijn pensioen sec met fiscaliteit wilde bezig zijn, maar met een combinatie van fiscaliteit en data/technologie. “Ik bouwde technische modellen, maar had ook behoefte om mijn fiscale kennis te gebruiken. Mijn dubbele achtergrond kwam niet tot zijn recht en daarnaast wilde ik mijn vaktechniek fiscaal en technisch bijhouden.” Tegelijkertijd groeide de wens naar een PhD. “Het maakte mijn wereld een stukje completer.”
Op zoek naar een passende functie
Het was duidelijk dat François iets anders moest, maar hij wilde wel “binnen de dienst” blijven. “Ik houd van de dynamiek van fiscaliteit. Het burgerlijk wetboek is al 30 jaar hetzelfde, maar in het fiscale vakgebied verandert elk jaar wel iets.” In een promotietraject kwam alles bij elkaar voor hem: fiscaliteit, technologie en onderzoek. François vond professor Albert Bomer bij wie hij mocht promoveren, stelde een onderzoeksvoorstel op en ging op zoek naar een plek binnen de Belastingdienst waar hij zou passen. “Een nieuwe functie kwam beschikbaar voor het maken van kennismodellen voor de keten inkomensheffing. Die paste heel goed bij mij, ik kan hem deels naar mijn eigen hand zetten.” Het idee als het werk als Kennismodelleur is het modelleren van kennis en begrippen uit wet- en regelgeving, zodat deze altijd op eenduidige wijze geïnterpreteerd worden. Hierdoor wordt het mede mogelijk om wendbaar te zijn op het gebied van deze gegevens.
Steef Cobben is Ketenmanager Inkomensheffingen en heel erg blij dat François heeft gekozen voor de functie van Kennismodelleur voor de Inkomensheffingen. “Zijn mix van fiscaliteit en technologiekennis is zeer uniek en erg waardevol voor mijn team en de Keten Inkomensheffingen."
De onderzoeksvraag
François werkt voltijd bij de Belastingdienst en besteed daarvan 8-9 uur per week aan zijn PhD. Hij hoopt zijn promotie in vier jaar te voltooien. Zijn onderzoeksvraag gaat (op grote lijnen) over de rapportageverplichtingen tussen fiscale autoriteiten en de belastingplichtige op het gebied van btw. Naast de plannen en richtlijnen van de Europese Commissie op dit vlak, komt ook de visie van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) aan bod op de digitale transformatie van belastingdiensten.
Een brede blik op btw
In zijn onderzoek kiest François voor de zeer brede blik op btw nu en in de toekomst, vanuit technisch en juridisch perspectief. Aanjager van het geheel is de verschuiving in informatieposities in de fiscale wereld. Hij zegt: “Vroeger had alleen de ondernemer de gegevens waarmee hij zijn btw-opgave kon indienen. Nu heeft de Belastingdienst minimaal diezelfde gegevens. In theorie zou ze ondernemers een vooringevulde btw-opgave kunnen aanbieden, zoals ze doet voor particulieren met de inkomstenbelasting.” In de toekomst is het misschien technisch mogelijk om btw direct te verrekenen in digitale transacties. Ondernemers dragen dan btw niet per maand af of per kwartaal, maar ‘real time’.
Mondiale ontwikkelingen
De zuidelijke landen in Europa zijn al veel verder met de btw-aangifte dan in Nederland. Bijvoorbeeld, in Spanje en Italië moeten ondernemers hun facturen eerst naar de belastingdienst sturen en dan pas naar de afnemer of klant. De belastingdienst stelt met die gegevens een vooringevulde btw-aangifte op. Ondernemers kunnen die nog corrigeren voor hij formeel wordt vastgelegd. In Brazilië is een compleet nieuw systeem geïntroduceerd voor btw-opgave. Ze dienen allemaal ter inspiratie voor François. Bij btw komt zoveel meer kijken dan een percentage op bonnetjes, dat is wel duidelijk. “Denk aan de PSD2, de nieuwe richtlijn voor elektronisch factureren. En de komst van de digitale euro. Ik wil verbinding leggen tussen al die zaken.”
François is blij met de bewegingsruimte die hij krijgt in zijn onderzoek. “Bij de VU mag ik extra lessen volgen en krijg ik kansen mijn netwerk uit te breiden. En mijn teamleider bij Bureau Ketenondersteuning Inkomensheffingen is geweldig. Hij geeft mij de ruimte om dit te doen naast mijn werk.”
I-Doctoraat
Het I-Doctoraat verbindt het netwerk van universiteiten aan het rijksnetwerk en aan rijksorganisaties. Zo wordt kennisdeling en -ontwikkeling binnen de overheid continue gestimuleerd. Tegelijkertijd helpt het I-Doctoraat bij een goede landing van de duale promovendi binnen de rijksoverheid. Zo geeft René aan ‘’Ik voel me gewaardeerd in wat ik doe, mede door de aandacht die ik krijg vanuit het I-Doctoraat.’’
Waardevolle I-toptalenten en nuttige wetenschappelijke kennis
Met een duale promovendus haal je als rijksorganisatie voor vijf tot zes jaar I-toptalent in huis dat wetenschappelijk onderzoek doet én meewerkt als collega. De tussentijdse onderzoeksresultaten zijn meteen toe te passen in de praktijk. Zo kun je duurzame stappen zetten in rijksbrede I-vraagstukken als informatiehuishouding, cybersecurity, data en AI. Meer weten? Lees over het I-Doctoraatsprogramma van I-Partnerschap op onze website of neem contact op via i-partnerschap@rijksoverheid.nl
“Veel lezen over hele interessante onderwerpen, sparren met hoogleraren, ik vind het heerlijk”
Zijn 25-jarig jubileum heeft hij al gevierd bij de Belastingdienst, maar IT-architect David van Kuijk is nog lang niet uitgekeken op de organisatie of op zijn vak. Hij start zelfs een gloednieuw PhD-traject, naast zijn werk. De komende zes jaar duikt hij diep in het domein van kunstmatige intelligentie. “Ik voel me als een kind in een snoepwinkel.”
Voor David van Kuijk ging werken, studeerde hij Cognitiewetenschap aan de universiteit van Nijmegen. Dat vakgebied heet nu kunstmatige intelligentie. “Daar heb ik lang niks mee gedaan, maar zes jaar geleden kwam het weer op mijn pad bij de Belastingdienst. Dat is het mooie aan deze organisatie. De IT-afdeling is zo groot dat je op allerlei verschillende plekken kunt werken.” David heeft aan applicatieontwikkeling gewerkt, bij het datacenter, en richt zich nu dus volledig op AI. “De technologie en toepassingen waar we tijdens de studie over praatten zijn nu zo ver dat we ermee kunnen werken.”
AI in de praktijk
Bij het Centre of Excellence waar David werkt worden oplossingen bedacht en gebouwd voor de inzet van AI en machinelearning (geavanceerde patroonherkenning) in de praktijk van de Belastingdienst. Het team bouwde onder andere een toepassing voor het geautomatiseerd toevoegen van gegevens aan bezwaarschriften die op papier binnenkomen. Daardoor
kunnen de bezwaarschriften sneller verwerkt worden door de juiste afdeling. Een andere toepassing versnelt het classificeren van documenten die de Belastingdienst ontvangt van notarissen. Daarnaast houden David en zijn team de actuele ontwikkelingen in de wetenschap en de markt goed in de gaten. Bijblijven is belangrijk en zoals iedereen weet, gaan de ontwikkelingen rondom AI ontzettend snel.
Wetenschappelijk verdiepen
Kort na de komst van ChatGPT vertelde David zijn leidinggevende dat hij interesse had om op wetenschappelijk niveau verder te gaan met kunstmatige intelligentie. Die vond promoveren naast het werk een aantrekkelijk plan. David vertelt: “Via een HR-collega die altijd goede ideeën heeft kwam ik in contact met het I-Doctoraatsprogramma van I-Partnerschap.” Na wat gesprekken over en weer startte het promotietraject. David zocht zelf begeleiders bij de Universiteit van Utrecht. Met hen werkt hij nu aan het verfijnen van het onderzoeksonderwerp. “Mijn interesse ligt bij betrouwbare en veilige AI. Met hoogleraren ben ik in gesprek over de richting daarbinnen die ik zou kunnen onderzoeken. Daarbij houden we er rekening mee dat de kennis die ik vergaar waardevol is voor de Belastingdienst.”
Hallucineren
AI-toepassingen zoals ChatGPT, MidJourney en Dall-E vallen onder de noemer generatieve AI. Een zeer complexe technologie, maar platgeslagen betekent dit dat computermodellen leren van de data waar ze toegang toe hebben en (in opdracht) zelf nieuwe teksten, video’s en afbeeldingen ‘bedenken’. Ook kunnen ze in begrijpelijke taal een dialoog hebben met een mens. David licht toe: “Deze vorm van AI kan heel interessant zijn voor de Belastingdienst, bijvoorbeeld bij de Belastingtelefoon. Het is technisch mogelijk een hele slimme chatbot of ‘conversational agent’ te maken als eerste hulp voor klanten. Maar dan willen we natuurlijk wel dat de antwoorden altijd correct zijn en de chatbot betrouwbaar.” Dat is best ingewikkeld, maar is er nog iets anders: wanneer data of logica ontbreken, kunnen AI-modellen dat gat vullen met zelfverzonnen gegevens. “Dit verschijnsel heet hallucineren en is uiteraard ongewenst wanneer je als organisatie betrouwbaar wilt overkomen.” In het onderzoek wordt gekeken hoe dit soort fouten voorkomen kunnen worden.
Een blije start
Zichzelf kennende gaat David geen chatbots ontwikkelen. Hij denkt eerder aan een model of methode om de betrouwbaarheid te toetsen van AI-toepassingen. “Samen met de hoogleraren kijken we wat interessant is en welke kennis waardevol is voor de Belastingdienst. Het Centre of Excellence is dagelijks bezig met Generatieve AI en heeft ook contact met andere overheidsorganisaties. Mijn onderzoek raakt dus veel aan mijn werk.” De IT-architect vermoedt dat er nog moeilijke tijden gaan komen, met twee onderzoeksdagen in de werkweek. “Ik zal keuzes moeten gaan maken.” Op dit moment voelt hij zich nog als een kind in een snoepwinkel. “Veel lezen over hele interessante onderwerpen, sparren met hoogleraren, ik vind het heerlijk. Ik heb er heel erg veel zin in en ben blij dat dit mogelijk is bij de Belastingdienst.”
Waardevolle I-toptalenten en nuttige wetenschappelijke kennis
Met een duale promovendus haal je als rijksorganisatie voor vijf tot zes jaar I-toptalent in huis dat wetenschappelijk onderzoek doet én meewerkt als collega. De tussentijdse onderzoeksresultaten zijn meteen toe te passen in de praktijk. Zo kun je duurzame stappen zetten in rijksbrede I-vraagstukken als informatiehuishouding, cybersecurity, data en AI.
Meer weten? Lees over het I-Doctoraatsprogramma van I-Partnerschap op onze website of neem contact op via onze mail.
“Veel lezen over hele interessante onderwerpen, sparren met hoogleraren, ik vind het heerlijk”
Zijn 25-jarig jubileum heeft hij al gevierd bij de Belastingdienst, maar IT-architect David van Kuijk is nog lang niet uitgekeken op de organisatie of op zijn vak. Hij start zelfs een gloednieuw PhD-traject, naast zijn werk. De komende zes jaar duikt hij diep in het domein van kunstmatige intelligentie. “Ik voel me als een kind in een snoepwinkel.”
Voor David van Kuijk ging werken, studeerde hij Cognitiewetenschap aan de universiteit van Nijmegen. Dat vakgebied heet nu kunstmatige intelligentie. “Daar heb ik lang niks mee gedaan, maar zes jaar geleden kwam het weer op mijn pad bij de Belastingdienst. Dat is het mooie aan deze organisatie. De IT-afdeling is zo groot dat je op allerlei verschillende plekken kunt werken.” David heeft aan applicatieontwikkeling gewerkt, bij het datacenter, en richt zich nu dus volledig op AI. “De technologie en toepassingen waar we tijdens de studie over praatten zijn nu zo ver dat we ermee kunnen werken.”
AI in de praktijk
Bij het Centre of Excellence waar David werkt worden oplossingen bedacht en gebouwd voor de inzet van AI en machinelearning (geavanceerde patroonherkenning) in de praktijk van de Belastingdienst. Het team bouwde onder andere een toepassing voor het geautomatiseerd toevoegen van gegevens aan bezwaarschriften die op papier binnenkomen. Daardoor
kunnen de bezwaarschriften sneller verwerkt worden door de juiste afdeling. Een andere toepassing versnelt het classificeren van documenten die de Belastingdienst ontvangt van notarissen. Daarnaast houden David en zijn team de actuele ontwikkelingen in de wetenschap en de markt goed in de gaten. Bijblijven is belangrijk en zoals iedereen weet, gaan de ontwikkelingen rondom AI ontzettend snel.
Wetenschappelijk verdiepen
Kort na de komst van ChatGPT vertelde David zijn leidinggevende dat hij interesse had om op wetenschappelijk niveau verder te gaan met kunstmatige intelligentie. Die vond promoveren naast het werk een aantrekkelijk plan. David vertelt: “Via een HR-collega die altijd goede ideeën heeft kwam ik in contact met het I-Doctoraatsprogramma van I-Partnerschap.” Na wat gesprekken over en weer startte het promotietraject. David zocht zelf begeleiders bij de Universiteit van Utrecht. Met hen werkt hij nu aan het verfijnen van het onderzoeksonderwerp. “Mijn interesse ligt bij betrouwbare en veilige AI. Met hoogleraren ben ik in gesprek over de richting daarbinnen die ik zou kunnen onderzoeken. Daarbij houden we er rekening mee dat de kennis die ik vergaar waardevol is voor de Belastingdienst.”
Hallucineren
AI-toepassingen zoals ChatGPT, MidJourney en Dall-E vallen onder de noemer generatieve AI. Een zeer complexe technologie, maar platgeslagen betekent dit dat computermodellen leren van de data waar ze toegang toe hebben en (in opdracht) zelf nieuwe teksten, video’s en afbeeldingen ‘bedenken’. Ook kunnen ze in begrijpelijke taal een dialoog hebben met een mens. David licht toe: “Deze vorm van AI kan heel interessant zijn voor de Belastingdienst, bijvoorbeeld bij de Belastingtelefoon. Het is technisch mogelijk een hele slimme chatbot of ‘conversational agent’ te maken als eerste hulp voor klanten. Maar dan willen we natuurlijk wel dat de antwoorden altijd correct zijn en de chatbot betrouwbaar.” Dat is best ingewikkeld, maar is er nog iets anders: wanneer data of logica ontbreken, kunnen AI-modellen dat gat vullen met zelfverzonnen gegevens. “Dit verschijnsel heet hallucineren en is uiteraard ongewenst wanneer je als organisatie betrouwbaar wilt overkomen.” In het onderzoek wordt gekeken hoe dit soort fouten voorkomen kunnen worden.
Een blije start
Zichzelf kennende gaat David geen chatbots ontwikkelen. Hij denkt eerder aan een model of methode om de betrouwbaarheid te toetsen van AI-toepassingen. “Samen met de hoogleraren kijken we wat interessant is en welke kennis waardevol is voor de Belastingdienst. Het Centre of Excellence is dagelijks bezig met Generatieve AI en heeft ook contact met andere overheidsorganisaties. Mijn onderzoek raakt dus veel aan mijn werk.” De IT-architect vermoedt dat er nog moeilijke tijden gaan komen, met twee onderzoeksdagen in de werkweek. “Ik zal keuzes moeten gaan maken.” Op dit moment voelt hij zich nog als een kind in een snoepwinkel. “Veel lezen over hele interessante onderwerpen, sparren met hoogleraren, ik vind het heerlijk. Ik heb er heel erg veel zin in en ben blij dat dit mogelijk is bij de Belastingdienst.”
Waardevolle I-toptalenten en nuttige wetenschappelijke kennis
Met een duale promovendus haal je als rijksorganisatie voor vijf tot zes jaar I-toptalent in huis dat wetenschappelijk onderzoek doet én meewerkt als collega. De tussentijdse onderzoeksresultaten zijn meteen toe te passen in de praktijk. Zo kun je duurzame stappen zetten in rijksbrede I-vraagstukken als informatiehuishouding, cybersecurity, data en AI.
Meer weten? Lees over het I-Doctoraatsprogramma van I-Partnerschap op onze website of neem contact op via onze mail.
Van een studie sterrenkunde belanden bij de multidisciplinaire teams informatiehuishouding bij I-Interim Rijk en daarnaast promoveren in het domein data-science. Rens Kievit volgt niet echt de gebaande paden en voelt zich daar lekker bij.
Wie binnen de Rijksoverheid een vraagstuk heeft over informatievoorziening, kan bij I-Interim Rijk een compleet team inhuren dat zich over een oplossing buigt. In zo’n multidisciplinair team is Rens Kievit een I-specialist. Dit is zijn eerste baan. Vorig jaar zomer studeerde Rens af met een Master in Astronomy & Data Science aan de Universiteit Leiden. Hij zegt daarover: “Sterrenkunde is een gigantisch en een ontzettend cool veld, maar wat de overheid doet trekt mij ook enorm. In de sterrenkunde zit je toch meer in je ivoren torentje wetenschap te doen. Bij de overheid doe ik ook onderzoek, maar dan met inbreng voor de maatschappij.”
Eigen promotor
De drang naar maatschappelijke verbondenheid voelde hij al langer. Aan de Universiteit Leiden deed hij een jaar data-science in de praktijk, bij prof. Dr. Mirjam van Reisen. In een gastcollege van een onderwijsmanager van I-Partnerschap hoorde Rens over een promotietraject bij het rijk. “Ik heb mij gelijk aangemeld. Na een paar maanden nam Mike Spieker van I-Partnerschap contact met mij op. Ik zei te willen promoveren bij het rijk, met mijn promotor Mirjam. Van de verschillende rijksorganisaties waar ik gesprekken had, trok I-Interim Rijk (IIR) mij het meest. Je bent daar niet gebonden aan een project, maar je werkt voor meerdere organisaties.” Andersom is ook IIR erg blij met Rens. De onderzoekende blik van een PhD-kandidaat heeft een ander perspectief op zaken die soms als vanzelfsprekend worden ervaren. Daardoor ontstaat ruimte om ze misschien anders te gaan doen. Leidinggevende en programmamanager Monique Blom heeft ook persoonlijk baat bij het traject. Lachend zegt ze: “Het begeleiden van een PhD student zorgt ook weer dat delen van je hersenen gebruikt worden die lang niet actief zijn geweest.”
Verbonden data
Zijn promotieonderzoek gaat over het verbeteren van de informatiehuishouding van de overheid met behulp van linked data (verbonden gegevens). En dan specifiek over de regels waarmee computers bepalen wie wel of juist niet toegang krijgt (permissie heeft) tot bepaalde gegevens. Want ook al zouden gegevens toegankelijk en uitwisselbaar zijn, dan nog mag niet iedereen alles zien. Daar zijn regels voor die de computer kan interpreteren. In Nederland hebben we onder andere de auteurswet en de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) die ook iets zeggen over gegevensdeling. Rens zegt: “Die wil je ook meenemen in die permissieregels. Dan zou je geautomatiseerd kunnen bepalen wie waar wettelijk toegang toe heeft. Hoe dat zou moeten, daar is in de academische wereld nog geen consensus over en in dat onderzoeksgat ben ik gesprongen.”
Sneller en makkelijker
Bij de overheid gaat heel veel tijd verloren aan het zoeken van informatie en het interpreteren van de verschillende betekenissen van woorden, zegt Rens. “Wanneer de overheid de beschikking heeft over linked data met geautomatiseerde permissieregels, dan kan ze zoveel efficiënter werken. Het werk kan sneller en goedkoper en makkelijker en dan ontstaat heel veel tijd om te doen waar de overheid voor is, namelijk dienstbaar zijn aan de samenleving.”
Goed geregeld
De combinatie werk en onderzoek is vanuit I-Partnerschap vrij stevig geregeld, zegt Rens. “Contractueel ben ik 3 dagen in de week aan het werk in de multidisciplinaire teams en twee dagen in de week doe ik puur onderzoek. De realiteit is dat een onderzoek van 6 jaar ingedeeld wordt op ongeveer 4 onderzoeksvragen. Per vraag zoekt I-Interim Rijk voor mij een casus of een opdracht die daarbij past. Die casusstructuur past perfect bij de onderzoeksstructuur. En alles wat wij leren als multidisciplinair team brengen wij terug in de organisatie, zodat andere multidisciplinaire teams ook verrijkt worden met de kennis die is opgedaan.”
Feestelijk onthaal
In januari werd de komst van Rens gevierd, samen met Monique Blom, project- en programmamanager I-Interim Rijk, prof. Dr. Mirjam van Reisen van de Universiteit Leiden en Kees Teszelsky PhD, Hoger onderwijsmanager I-Doctoraat bij I-Partnerschap.
Het gastcollege was de aanleiding voor Rens om contact te zoeken met het I-Doctoraat en de mogelijkheden om duaal promoveren te verkennen. Het I-Doctoraat verbindt het netwerk van universiteiten aan het rijksnetwerk en aan rijksorganisaties. Zo wordt kennisdeling en -ontwikkeling binnen de overheid continue gestimuleerd. Tegelijkertijd helpt het I-Doctoraat bij een goede landing van de duale promovendi binnen de Rijksoverheid.
Waardevolle I-toptalenten en nuttige wetenschappelijke kennis
Met een duale promovendus haal je als rijksorganisatie voor vijf tot zes jaar I-toptalent in huis dat wetenschappelijk onderzoek doet én meewerkt als collega. De tussentijdse onderzoeksresultaten zijn meteen toe te passen in de praktijk. Zo kun je duurzame stappen zetten in rijksbrede I-vraagstukken als informatiehuishouding, cybersecurity, data en AI.
Meer weten? Lees over het I-Doctoraatsprogramma van I-Partnerschap op onze website of neem contact op via i-partnerschap@rijksoverheid.nl
Duale promovendus Arthur van Geenen doet onderzoek naar de uitdagingen van digitale (Europese) identiteitsfraude
De juridische en de technische wereld spreken ieder hun eigen taal. Juridisch adviseur Arthur van Geenen van Logius vindt dat leuk. Hij voelt zich op zijn plek bij Logius als jurist digitale overheid ICT en recht. Toen hij zijn omgeving vertelde dat hij zes jaar lang naast zijn baan onderzoek gaat doen aan de universiteit, vroegen mensen of hij nog niet genoeg had geleerd. Hij studeerde al Nederlands Recht in Leiden en heeft een advanced master van de KU Leuven. Daar studeerde hij intellectueel eigendomsrecht en ICT recht. Nu hoopt hij via I-Doctoraat te promoveren op de uitdagingen van digitale (Europese) identiteitsfraude.
“Het was mijn droom ooit nog een doctoraatsonderzoek te doen,” zegt hij. Zijn leidinggevende vond het ook goed idee en adviseerde Arthur een onderwerp te zoeken. Die wist gelijk dat het hoofdthema cybersecurity en cybercrime zou worden, maar wat zou dan de verdieping zijn? En hoe die te koppelen aan actualiteit? Arthur zegt: “De kwetsbaarheid van DigiD is veel in het nieuws. We lezen over de impact die misbruik en fraude van DigiD heeft op mensen. Ik heb interesse in de Europese digitale identiteit en fraude. Ik werk bij de overheid en wil betekenisvol werk doen. Als mijn onderzoek mensen meer rugdekking kan geven tegen cyberaanvallen, dan heb ik toch wat bijgedragen aan Nederland. Dat klinkt misschien wat groot, maar zo voelt het.”
Arthur vond I-Partnerschap en kwam in contact met Mike Spieker, kwartiermaker I-Doctoraat. Die hielp hem zijn onderzoeksonderwerp te kaderen. Digitale identiteitsfraude staat nu in als kern in een frame van juridische, ethische, technologische en sociale uitdagingen. Mike hielp ook met het zoeken naar een universiteit met wie Arthur zijn onderzoek kan doen terwijl hij bij Logius werkt.
De Universiteit van Utrecht was nieuwsgierig. Arthur hield een presentatie en zijn onderzoeksvoorstel kreeg de goedkeurende woorden actueel en nuttig. De toekomstige promovendus moest alleen nog ‘even’ bij Logius regelen dat hij van start kon. “Ik moest naar mijn leidinggevende en naar zijn manager en naar de directie. Ik moest die mensen zelf opzoeken en uitleggen waarom ik dit wilde en hoe het onderzoek goed is voor Logius. Mike heeft me enorm geholpen door bij hen uit te leggen wie I-Partnerschap is, wat zij doen en hoe dit bijdraagt voor Logius.”
Daarna volgden het tekenen van documenten contracten en overeenkomsten. Als jurist had Arthur daar nog wel wat vragen over. “Je wilt toch zeker weten waar we Logius aan binden.” Nadat alle administratieve handelingen waren voltooid, kon Arthur 1 oktober 2023 beginnen. Hij wordt twee dagen per week vrijgehouden voor het onderzoek. Voor het hele traject is zes jaar uitgetrokken. “Misschien dat het sneller kan maar we moeten ook ruimte laten voor peer-reviews en ontwikkelingen in je privéleven die je nu nog niet kunt voorspellen.”
Logius gaat een community bouwen rondom het onderzoekstraject, waar waarschijnlijk ook master-studenten bij worden betrokken. Arthur kijkt daar nu al naar uit. “Dit is anders dan de klassieke promovendus die op een zolderkamer zit.” De volgende stap is een stip op de horizon zetten. De komende 6 jaar heeft hij 6 mijlpalen. Zijn eerste paper moet volgend jaar al klaar zijn. “Eerst ga ik literatuuronderzoek doen naar digitale identiteit en de transitie van papier naar digitaal. Ook kijk ik naar de ethische kanten zijn die daaraan zitten. Ik ga echt nu al toewerken naar die eerste mijlpaal. Ik ga een interessante tijd tegemoet, dat is zeker.”
Duale promovendus Hemin Hawezy, doet onderzoek naar het versterken van de besturing op het informatiedomein, benaderd vanuit het ‘netwerk governance’-perspectief.
Hemin Hawezy (31) begon zijn lerende leven op het vmbo. Daarna deed hij havo, hbo en universiteit. Hij ging werken als Rijks I-Trainee en ontdekte dat de combinatie werken en leren hem ook goed lag. Inmiddels werkt Hemin alweer 2,5 jaar als adviseur politiek & internationaal bij CIO Rijk. Deze maand startte hij mede dankzij I-Doctoraat van I-Partnerschap zijn promotieonderzoek aan de Universiteit Leiden, naast zijn baan.
Persoonlijk vindt Hemin het belangrijk dat hij zich kan blijven ontwikkelen en kennis op kan doen, maar hij ziet het ook als gunstig voor de overheid. Hij zegt: “Digitalisering speelt een steeds grotere rol en tegelijkertijd hebben we een tekort aan IT-professionals. Het is zo belangrijk dat de overheid expertise in huis ontwikkelt en dat daarin de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen meeneemt. De I-Strategie Rijk noemt in-huis kennis en vaardigheden speerpunten voor ons werk voor de samenleving.”
Wetenschappelijk inzicht
Als beleidsmedewerker had hij gehoopt vaker te praten met hoogleraren. Dat viel tegen in de praktijk. Als promovendus gaat hij dat zeker doen. “De onderwerpen komen op ons af en externe factoren bepalen steeds vaker waar we beleid op maken. Quantumcomputing, generatieve AI, digitale soevereiniteit. Dit zijn ontwikkelingen waar de wetenschappelijke wereld al veel langer over nadenkt. Wetenschappers en academici kunnen ons helpen met inzichten over trends en om zelf tot inzichten te komen.”
Netwerkperspectief
Onderwerp van Hemin’s onderzoek is het versterken van de besturing op het informatiedomein, benaderd vanuit het ‘netwerk governance’-perspectief. Netwerk governance wil zoveel zeggen als besturen in samenwerking met publieke, private en wetenschappelijke partijen. Netwerk verwijst hier naar mensen en organisaties, niet naar computersystemen. De verschillende partijen hebben uiteenlopende belangen, maar ook een zekere mate van onderlinge afhankelijkheid. Door interactie en het delen van kennis en middelen hopen zij gezamenlijke doelstellingen te behalen.
Hemin legt uit dat het idee van de staat als netwerk en dat we het allemaal samen moeten doen, een relatief nieuwe ontwikkeling is. “New public management probeerde de overheid te runnen als een bedrijf. In een klassieke verzorgingsstaat wil de overheid alles zelf doen. De I-strategie Rijk 2021-2025 gaat over ‘de dingen’ samen doen.” Het onderzoek van Hemin helpt de rijksoverheid om digitalisering goed te organiseren. Het laat zien wat er nu gebeurt en suggereert manieren om het anders te doen. Hierdoor kan de dienstverlening sneller en handiger.
Literatuuronderzoek
Alle tien punten van de i-strategie zijn de moeite van verder onderzoek waard, maar Hemin heeft “een passie voor bestuurskunde”. En dus paste versterken besturing informatiedomein (punt 9) perfect bij hem. De eerste stap van zijn onderzoek is bekijken hoe dit georganiseerd is in Nederland. Dat doet hij door literatuur te raadplegen en collega’s te spreken. “Wat verstaan we onder governance in de context van digitalisering? Wat zijn de sterke en de zwakke punten en waar lopen we tegenaan?”
Hemin heeft een internationale blik en gaat dus ook kijken naar hoe andere landen de zaken oppakken. “De GDPR is een Europese regel die wij hebben vertaald naar de AVG. Maar Duitsland en Frankrijk moeten die regels ook volgen. Hoe doen zij dat? Wat werkt wel en wat niet? Welke kennis kunnen we met elkaar uitwisselen?” Hij zal daarbij zijn objectiviteit en academische afstand blijven bewaren, “anders is het geen onderzoek”. Uiteindelijk hoopt hij tot een aantal factoren en inzichten te komen die helpen om de besturing In het I-domein te versterken. ”Zodat we allemaal kunnen bijdragen aan de digitale transitie.”
In Leiden
Twee dagen per week is Hemin op de Universiteit Leiden, waar hij deel uitmaakt van de wetenschappelijke gemeenschap die zich met dit vakgebied bezighoudt. Daar treft hij ook andere promovendi. De begeleiding van zijn specifieke onderzoekstraject is in handen van zijn begeleiders, Toon Kerkhoff en Bram Klievink, met wie hij regelmatig de voortgang van zijn onderzoek bespreekt. “Zij helpen ook met de onderzoeksrichting van mijn voorstel. Dat is nu nog aan verandering onderhevig, maar dat wordt vanzelf fijngeslepen.” De promovendus trekt zes jaar uit voor het onderzoek, maar de eerste bevindingen kunnen al eerder in het werkveld worden toegepast.
I-Doctoraat
Hemin kende I-Partnerschap al. Toen hij hoorde van het I-Doctoraat was hij onder de indruk. Hij gaf bij zijn manager aan dat hij er graag naar wilde kijken. Die vond het goed. Later kreeg Hemin ook steun van de directie. In Leiden vond hij dankzij zijn netwerk ‘zijn’ promotor. “Bram vond dat ik een boeiend onderwerp ging onderzoeken en ik was onder de indruk van zijn werk. Vorige maand zaten we aan tafel. We hebben elkaar de hand geschud en taart gegeten. Zo is het traject begonnen, negen maanden nadat ik de wens had uitgesproken om te promoveren.”
Hemin vindt dit een goede fase in zijn leven om zich naast zijn carrière zes jaar te wijden aan onderzoek. “Ik vind het mooi aan de overheid, hoe zij investeert in haar medewerkers en in mij. Wij zetten ons in voor de overheid en zij zet zich in voor ons.”
Meer weten over duaal promoveren bij het Rijk? Neem contact op met het I-Doctoraat van I-Partnerschap.
Houd jij je dagelijks bezig met privacy? Lees dan vooral verder, want wij spraken met Friso van Dijk, Privacy Officer bij O&P Rijk én duaal promovendus. Hij ontwikkelde een unieke, online zelftoets om het volwassenheidsniveau van je organisatie op gebied van privacy/AVG in kaart te brengen. Specifiek voor privacy-by-design.
Rapport met aanbevelingen
Heb je de online zelftoets gedaan, dan ontvang je meteen een rapport dat laat zien waar de kansen en verbeterpunten binnen jouw organisatie zitten. Friso: “Het mooie is dat je ook aanbevelingen voor verbeteringen krijgt, op wel 14 focusgebieden. Het model bevat 60 vaardigheden verspreid over 10 volwassenheidsniveaus. Door met je organisatie te werken aan die vaardigheden, kun je naar een volgend volwassenheidsniveau toe werken.”
Krijg inzicht in vakgebied
Ook voor wie (nu nog) geen behoefte heeft aan de zelftoets, is het tóch interessant om deze te doen, zegt Friso: “Privacy-by-design is een nog vrij onbekend vakgebied. Wij hebben een uitgebreid literatuuronderzoek gedaan naar de vaardigheden die een organisatie hiervoor nodig heeft, met 847 factoren uit 98 modellen en publicaties. De toets geeft je dus sowieso inzicht in de thema’s en onderwerpen die bij privacy-by-design horen.”
AI Lab Universiteit Utrecht
Friso en zijn collega-onderzoekers ontwikkelden de toets – en het bijbehorende model – in het AI Lab voor Publieke Diensten van de Universiteit Utrecht. Het lab is een van de vele fieldlabs die er inmiddels zijn op gebied van Informatiehuishouding, AI, cyber en andere thema’s binnen het I-domein. Allemaal innovatieve broedplaatsen waar overheid, onderwijs en soms ook bedrijven samenwerken aan nieuwe oplossingen.
I-Partnerschap deelt kennis en onderzoek
Aan ons als I-Partnerschap de taak om al die mooie onderzoeken, resultaten en tools breed binnen het Rijk te delen. Zodat zo veel mogelijk rijksorganisaties ze kunnen gebruiken, of zich kunnen aansluiten bij een passend initiatief. Wij weten precies wat waar speelt, dus neem vooral contact met ons op. Zo verbindt I-Partnerschap Rijk en Onderwijs met elkaar.
Toen Max Muller de vacature van het Nationaal Archief zag, dacht hij meteen: dit is de ideale combinatie van werken en leren. Onderzoek doen naar een superinteressant onderwerp als informatiehuishouding en dit meteen toepassen in een baan. Nu volgt hij een duaal promotietraject via het Rijks I-Doctoraatsprogramma. Hierbij besteedt hij een deel van zijn werktijd aan zijn promotieonderzoek op het gebied van digitaliseren. ‘Ik doe onderzoek, draai mee in de organisatie én kan me breed ontwikkelen.’
-
Promotieplaats bij de Rijksoverheid (duaal promotietraject)
Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering & Innovatie (ODI)
Informatie over de vacature Standplaats Den Haag Niveau Master/doctoraal
Bachelor - HBODienstverband Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Maandsalaris Max. € 4.848 (bruto)
Informatie van de overheid
Max haalde na zijn studie wiskunde zijn master Applied Mathematics in Leiden, werkte een jaar bij TNO en koos vervolgens vanwege zijn brede maatschappelijke interesse voor de onderzoeksjournalistiek. Eerst in dienst bij de Volkskrant, later als zzp’er. ‘In die tijd deed ik met een internationaal team van journalisten onderzoek naar olielozingen in water. Hiervoor dienden we in verschillende Europese landen verzoeken voor informatie (Wob/Woo-verzoeken), in. Vrijwel alle landen gaven snel inzage in hun informatie, behalve de overheid in Nederland – die was verreweg het traagst. Uiteindelijk moest ik zelfs naar de bestuursrechter om het voor elkaar te krijgen.’ Door de hele affaire raakte Max ervan overtuigd dat de informatiehuishouding bij de overheid stukken beter kan. Via het Rijks I-Doctoraatprogramma kreeg hij de kans om daar met zijn promotieonderzoek aan mee te werken.
Nieuwe kennis
Paul van den Akker is innovatiemakelaar & strategisch adviseur Open op Orde bij het Nationaal Archief waar Max nu werkt. Open op Orde is het programma van de overheid om informatiehuishouding te verbeteren en transparanter te maken. Als expertisecentrum voor informatiehuishouding helpt het Nationaal Archief rijksorganisaties hierbij. Paul: ‘Om dit effectief te kunnen doen, hebben we nieuwe kennis nodig over mogelijke technieken en methoden. Daar gaat Max ons de komende jaren bij helpen.’
Tijdlijnbomen
Max richt zich in zijn onderzoek op process mining en natural language processing (NLP). Met deze technieken kun je - uit natuurlijke taal - processen reconstrueren. Max: ‘Denk bijvoorbeeld aan een parlementaire enquêtecommissie die een digitale berg van e-mails, documenten, sms’jes en appjes tot haar beschikking heeft. Wie was wanneer, waarbij betrokken? Wat ik nu als eerste wil onderzoeken is hoe je e-mails snel kan ordenen en samenvatten via zogenoemde digitale tijdlijnbomen, en met welke technieken dit het beste kan.’
Publiceren
Max heeft een contract voor 6 jaar en is nu net begonnen. Van zijn baan is 60% van de tijd bedoeld voor onderzoek, 30% voor advies, en 10% voor onderwijs. Max: ‘Na anderhalf jaar hebben we een evaluatiemoment, en kijken we van beide kanten hoe het bevalt en hoe we verder gaan. Dan moet ook mijn eerste onderzoekartikel gepubliceerd zijn. Over een onderwerp dat waardevol is voor zowel de wetenschap, als voor het Nationaal Archief en de Rijksoverheid.’
Switchen
De inzichten die Max tijdens zijn promotietraject opdoet, kan hij als adviseur direct delen met overheidsorganisaties. En natuurlijk met zijn onderzoekcollega’s binnen de universiteit. Max: ‘In mijn rol ben ik veel aan het switchen tussen onderzoek doen, netwerken en adviseren. En tussen werkomgevingen, want ook de contacten die ik bijvoorbeeld heb via de PhD-community vind ik belangrijk. Om mensen te spreken die allemaal een passie hebben voor onderzoek. Dat motiveert.’
Veel vrijheid
Max krijgt veel vrijheid, kansen en begeleiding om zichzelf te ontwikkelen. Behalve met zijn begeleider binnen de universiteit, spart hij ook met collega’s over onderzoek. ‘Daarnaast kijk ik met 2 collega’s naar de advieskant van mijn functie en de punten die ik kan verbeteren. Ook krijg ik de kans om inhoudelijke vakken aan de universiteit te volgen en relevante cursussen van het Nationaal Archief te doen, over bijvoorbeeld de Privacywet, of de Archiefwet.’
Breed netwerk
Paul is van origine archeoloog en zelf ook gepromoveerd. Toen hij klaar was, miste hij de werkervaring buiten de academische wereld: ‘Zelfs de kantoortaal moest ik nog leren. Het mooie van het I-Doctoraat dat Max doet, is dat je de unieke kans hebt om zowel onderzoeks- als werkervaring op te doen. Naast een heleboel kennis, heb je na 6 jaar een breed netwerk; bij de overheid én bij de universiteit. Je hebt gepubliceerd, en als het goed is onderwijs gegeven. Kortom, je hebt je op heel veel vlakken kunnen ontwikkelen, wat nieuwe deuren opent voor de rest van je loopbaan.’
Onderzoeksmentaliteit
En wat moet je nu precies allemaal in huis hebben voor zo’n duaal promotietraject? Paul: ‘Als eerste moet je écht gemotiveerd zijn om het af te maken. Ook moet je raakvlakken hebben met het onderwerp. Natuurlijk, een beetje bijspijkeren kan, maar het moet wel matchen met je opleiding en werkervaring. En je moet echt een onderzoekersmentaliteit hebben. Niet: hoe gebruiken anderen deze technieken? Maar juist: wat kun je er nog méér mee? Waarbij je je laat inspireren door alles om je heen en de wil hebt om het onbekende in te duiken. Tot slot is het in de rol van adviseur handig als je makkelijk kunt uitleggen wat je doet, en goed contacten kunt leggen.’
Meer onderzoek
Innovatief onderzoek staat hoog op de actielijst voor Open op Orde. Niet voor niets dus dat het Nationaal Archief op dat gebied veel onderneemt. Paul: ‘Binnenkort starten we een experimenteel Innovatielab voor duurzame toegankelijkheid van tekstberichten, we doen onderzoek naar AI-oplossingen voor de voorspelling van Woo-verzoeken, werken samen met het hoger onderwijs én kijken naar nieuwe onderwerpen voor PhD- ofwel doctoraatonderzoeken.’ Misschien krijgt Max er dus nog wel wat PhD-collega’s bij.
Duale promovendus René Grasmeijer onderzoekt het verandertraject dat hoort bij het vernieuwen van grootscheepse ICT-systemen. René: ‘Dit vakgebied gaat over de toekomst van ons werk’.
René Grasmeijer is adviseur bedrijfsvoering en promovendus bij Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Dat René bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst zijn droombaan zou vinden had hij aan het begin van zijn studieloopbaan niet kunnen denken. Dat was toen hij toegepaste psychologie ging studeren. Vrij snel stapte hij over naar human resource management. Dat ging ook over mensen, maar was ‘minder wolkerig’. René wist toen al dat hij een Master wilde doen, maar rondde eerst zijn studie af. Na zes maanden in dienst als HR-adviseur wist hij zeker dat zijn loopbaan elders lag. Hij deed de master ‘Digital Business and Innovation’ aan de VU in Amsterdam. Daar vond hij zijn plek, als spil tussen ICT en de business, bekeken vanuit de managementbril. Hij zegt over zijn studie: ‘Dit vakgebied gaat over de toekomst van ons werk. De studie gaat verder dan alleen informatiesystemen. Deze studie focust op de ontwikkeling en impact van digitale technologieën in het bedrijfsleven, en omvat alles van ERP-systemen tot AI en sociale media. We stonden stil bij de ethiek van een digitale wereld, en hoe we met deze nieuwe technologieën kunnen innoveren.’
Op een kruispunt
Na zijn Master stond hij op een kruispunt. Wat nu? Zijn docent Bart van den Hooff wees hem op een samenwerking van de VU en de IND, waar een PhD-positie vrij zou komen. René greep zijn kans. ‘Ik wilde ooit promoveren, dat was echt een droom. En dit ging ook nog eens over iets dat mij heel erg aansprak, namelijk het vernieuwen van een ICT-landschap en hoe dat op koers te houden.’ Hij solliciteerde op de vacature en kreeg diezelfde dag te horen dat hij de kandidaat was. In oktober 2023 begon hij aan zijn nieuwe loopbaan.
Alles op een lijn
De komende zes jaar onderzoekt hij het verandertraject dat hoort bij het vernieuwen van grootscheepse ICT-systemen, met de IND als context. René licht toe: ‘Een vernieuwing van het ICT-landschap raakt alle afdelingen van een organisatie. Het is een verandertraject, dus daar hoort weerstand bij. Communicatie is dan erg belangrijk; alle neuzen dezelfde kant op krijgen. Cruciaal voor het slagen is dat tijdens het hele traject, ICT en de business op één lijn blijven. Dit is extra uitdagend bij veranderingen die veel tijd vergen, vergelijkbaar met het vervangen van de motor van een vliegtuig terwijl het nog vliegt. Dat is tweede aspect van mijn onderzoek: waar ligt de balans in een traject waar bestaande functionaliteit wordt vervangen en nieuwe functionaliteit toegevoegd? Oftewel: het beheersen van de paradox in organisaties die hun technologische fundament moeten verwijderen en tegelijkertijd voortbouwen op de praktijken die hiervan afhankelijk zijn, om zo een nieuwe technologische basis te implementeren.’
Meetinstrument voor de IND
Het PhD-traject is een samenwerking tussen IND, de VU en de Universiteit Utrecht. Zij hebben René al geholpen om de focus van het eerste jaar scherp te krijgen. ‘Uiteindelijk wil ik een wetenschappelijk onderbouwd meetinstrument bouwen, zodat organisaties weten op welke schaal hun ICT en business op één lijn zitten.’ Hij begint waar de meeste PhD-kandidaten mee beginnen: een literatuuronderzoek om meer kennis te verzamelen. De vragen die bij hem boven komen, bespreekt hij met collega’s van de IND. ‘Dat helpt mij het onderzoek IND-bestendig te maken. Want het is natuurlijk de bedoeling dat mijn bevindingen ten goede komen van de organisatie.’
Feestelijk onthaal
In december werd René zijn komst gevierd, samen met Flora van den Berg-Janssen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Bart van den Hooff van Vrije Universiteit Amsterdam (VU Amsterdam) en Sanela Hujdur van I-Partnerschap. Zijn PhD-traject is een samenwerking tussen de IND, de Vrije Universiteit Amsterdam (VU Amsterdam) en de Utrecht University.
Vanuit I-Partnerschap waren regiomanager Arlette Wegman, kwartiermaker Mike Spieker (ENFP), Hoger onderwijsmanager Kees Teszelszky, PhD en procesregisseur Sanela Hujdur betrokken om de samenwerking tot stand te brengen. De interesse voor een duale promovendus is gewekt tijdens een toelichting van I-Partnerschap bij de IND-directie. Arlette legt uit “Bij het managementteam van de IND-directie Informatievoorziening heb ik tijdens een toelichting over I-Partnerschap interesse gewekt voor een duale promovendus. Gezien het vraagstuk heb ik professor Bart van den Hooff van de Vrije Universiteit Amsterdam (KIN Center for Digital Innovation) betrokken en zijn wij door de IND uitgenodigd om tijdens een heisessie een interactieve workshop te verzorgen, die een waardevolle basis vormde om tot een richting voor het promotievraagstuk te komen.” Vanaf dat moment is het realiseren van een duale promotieplek en het vinden van de juiste kandidaat gestart.
I-Doctoraat
Het I-Doctoraat verbindt het netwerk van universiteiten aan het rijksnetwerk en aan rijksorganisaties. Zo wordt kennisdeling en -ontwikkeling binnen de overheid continue gestimuleerd. Tegelijkertijd helpt het I-Doctoraat bij een goede landing van de duale promovendi binnen de rijksoverheid. Zo geeft René aan ‘’Ik voel me gewaardeerd in wat ik doe, mede door de aandacht die ik krijg vanuit het I-Doctoraat.’’
Daarnaast is onlangs het Promovend-I-Platform gelanceerd met als doel de duale promovendi te voorzien van informatie en om connecties te leggen met andere duale promovendi binnen de Rijksoverheid. Op het Promovend-I-Platform kunnen duale (aspirant) promovendi terecht voor informatie over buddysystemen, Rijks communities en voor hulp bij inhoudelijke vragen over onderzoek en wetenschap, communicatie en proces- en contractvragen. Daarnaast biedt het platform de mogelijkheid contact te leggen met andere duale promovendi. Dit beaamt René: ‘’Binnen de IND heb ik (nog) geen collega’s die precies hetzelfde werk verrichten en tegelijkertijd wetenschappelijk onderzoek doen. Het I-Doctoraat vervult daarom voor mij een cruciale rol in het verbinden met andere duale promovendi binnen de Rijksoverheid.’’
Waardevolle I-toptalenten en nuttige wetenschappelijke kennis
Met een duale promovendus haal je als rijksorganisatie voor vijf tot zes jaar I-toptalent in huis dat wetenschappelijk onderzoek doet én meewerkt als collega. De tussentijdse onderzoeksresultaten zijn meteen toe te passen in de praktijk. Zo kun je duurzame stappen zetten in rijksbrede I-vraagstukken als informatiehuishouding, cybersecurity, data en AI.
Meer weten? Lees over het I-Doctoraatsprogramma van I-Partnerschap op onze website of neem contact op via i-partnerschap@rijksoverheid.nl.
Ontdek meer over het cybersecurity-onderzoek
Drie nieuwsgierige, slimme pioniers vertellen over hun cybersecurity-onderzoek bij Rijkswaterstaat, de Nationale Politie en het nationale centrum voor digitale veiligheid NCSC/Haagse Hogeschool.
Cyberdreigingen als ransomware en virusaanvallen worden steeds geavanceerder en talrijker.
De rijksoverheid is als grote verwerker van vertrouwelijke gegevens kwetsbaar.
De roep om professionals met kennis van digitale veiligheid wordt dan ook alleen maar luider.
Het doctoraatsprogramma cybersecurity van I-Partnerschap helpt bij het opleiden en werven van hooggeschoolde cybersecurity professionals zowel met een hbo- als met een wo-achtergrond. Zodat je jouw rijksorganisatie beter kunt beschermen.
Een aantal organisaties zet al stappen. Drie nieuwsgierige, slimme pioniers vertellen erover.
Mijn naam is Kris Oosthoek. Ik ben analist in het Security Operations Center van Rijkswaterstaat waar we ons dagelijks bezighouden met de cybersecurity van de
Nederlandse wegen, bruggen, tunnels, sluizen en infrastructuur.
In het SOC kijken we naar de gedragingen van aanvallers, hoe zij te werk gaan en hoe dat eventueel een impact kan hebben op RWS.En dat is ook wat ik doe binnen mijn PhD.
Daarin kijk ik heel diep naar de TTP’s.Dat is de modus operandi: de gedragingen van aanvallers op een bedrijfsnetwerk en daar probeer ik van te leren om de cybersecurity te verbeteren.
Als PhD’er kijk je op een hele kritische manier naar vraagstukken. En leer je eigenlijk kritisch denken en met
creatieve oplossingen voor problemen te komen.En zeker in het dagelijks werk van cybersecurity waarin
nog een hoop vragen ondoorgrond zijn is dat een hele nuttige skill.
Ik doe een PhD en ik doe onderzoek naar ransomware, phishing en DDoS.
Die drie misdaden worden heel vaak los onderzocht en ik kijk naar het verband tussen die drie.
Bij een PhD verdiep je je natuurlijk heel erg in één onderwerp en dat leek me heel erg gaaf.
En het is heel gaaf dat ik dat bij de politie kan doen, omdat ik dan echt kan zien hoe politieagenten zo’n ransomware aanval eigenlijk aanpakken. Hoe probeer je zo’n misdadiger te achterhalen?
En door daar heel dichtbij te zitten snap ik ook veel beter hoe die misdaden werken en hoe die criminelen vervolgens de politie weer te slim af proberen te zijn.
En dat helpt mijn onderzoek weer heel erg omdat als ik die strategieën en die verdedigingen goed snap,
ik ook weer beter snap hoe ze die misdaden plegen.
Ik ben Nicole van Deursen. Ik ben wetenschappelijk onderzoeker bij het Nationaal Cyber Security Centrum.
Ik doe hier bij De Haagse Hogeschool onderzoek naar het visualiseren van cybersecurity-informatie.
En wat het effect daarvan is op de cognitieve werklast van cybersecurityspecialisten.
Bij de Haagse Hogeschool heb ik hier aansluiting bij het Centre of Expertise Cyber Security, maar ook bij andere lectoraten die kennis kunnen inbrengen omdat het niet alleen over cybersecurity gaat, maar ook over hoe mensen omgaan met informatie verwerken en met technologie.
Ik heb ook voor De Haagse Hogeschool gekozen omdat het een hbo-instelling is met praktijk gericht onderzoek.
Mijn onderzoek is ook heel praktijkgericht en ik hoop ook de resultaten meteen te kunnen toepassen in de organisatie.
Cybersecurity is een vakgebied waarin nog heel veel niet doorgrond is dus als je mensen in huis hebt die op een kritische manier naar de moeilijke vraagstukken kunnen kijken dan levert je dat als organisatie een enorme winst op.
Met cybersecurity staan we voor een enorme uitdaging waarbij we zoveel werk hebben en zo weinig mensen.
En de kennisontwikkeling te langzaam gaat om de ontwikkelingen aan de kant van de cybercriminaliteit bij te houden.Daarom is het ontzettend belangrijk dat we toegang krijgen
tot meer onderzoek zodat het bijdraagt aan de kennisopbouw want op dit moment gaat dat echt veel te langzaam.
De politie is heel erg bezig zijn kennispositie over cyber te vergroten.
En promovendi kunnen daar echt een flinke bijdrage aanleveren.
Ten eerste zijn ze heel ambitieus, ten tweede zijn ze heel leergierig en ze staan heel erg open voor die kennis uit de politiewereld en de academische wereld, dus ik denk dat promovendi een goede groep is
om in je organisatie te hebben.