Marieke van Wallenburg is secretaris-generaal bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarvoor was ze directeur-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eerder was ze onder andere werkzaam bij de gemeente Rotterdam en het ministerie van Financiën. Ze studeerde Algemene Economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Wat valt jou op deze plek op?
Inmiddels zit ik als SG twee jaar bij SZW en komt alles samen wat ik hiervoor gedaan heb. Ik heb heen en weer bewogen tussen gemeente en Rijksoverheid, daardoor weet ik hoe de samenwerking met andere overheden werkt. Bij een gemeente haal je het handelend perspectief van de uitvoerder naar binnen. De publieke dienstverlener erbij betrekken in een soort co-creatie in plaats van alleen een uitvoerings-toets vragen, vind ik belangrijk. Wat ik vervolgens merk bij het Rijk is een spanning tussen de wil om alle stakeholders te betrekken en de lange duur van interne processen. Wellicht zit het een beetje in ons DNA maar ik zie graag meer actiegerichtheid.
Je koos recent voor een Gateway Review op de hersteloperatie bij UWV? Waarom?
Ik ken Gateway Review nog uit mijn tijd bij BZK. Een collega opperde het voor dit vraagstuk. We hadden behoefte aan een snelle gedegen blik van buiten. Bureau Gateway (BGW) kan snel een team samenstellen met verschillende expertises. Dat kan een consultant ook maar die hebben andere doorlooptijden. En je krijgt een echt bruikbaar advies met een praktische kant waar we juist naar op zoek waren. Tastbaar en praktisch.
Waar ging de review over?
Er was gekozen om binnen UWV een hersteloperatie te laten plaatsvinden. Het helpt dan als er peers meekijken om te beoordelen of de koers die we hadden ingezet verstandig is of niet. Die snelle blik in een kortlopend proces helpt. De achtergrond van de hersteloperatie ligt onder andere in de ingewikkelde rekenregels; dat maakt een correcte uitvoering, door in dit geval UWV, soms moeilijk. Dat kan gebeuren bij een grote uitvoeringsorganisatie en kan leiden, afhankelijk van de omvang, tot een hersteloperatie en eventueel tot een grote interventie binnen een organisatie. De vraag voor de review was of deze hersteloperatie door UWV adequaat zou kunnen worden uitgevoerd.
Hoe verliep de Dialoogtafel?
Dat is wel interessant: ik had aanvankelijk wat moeite met de strakheid van, in het bijzonder, dit onderdeel van een review. Mijn crie de coeur gaat/ging dan over met wie je wel mag spreken en met wie niet, en de spanning tussen sturen op het proces door de begeleider en het uitdiepen van de inhoud door mij en de andere aanwezigen. Zit dat vasthouden aan je methodiek je niet in de weg, vraag ik me dan af? Enerzijds zit er kracht in het vaststaande proces – de methode - en anderzijds belemmert het af en toe wellicht ook. Toch gedaan.
Achteraf hebben we allemaal geconcludeerd dat het een heel goed gesprek was. Die zekere strengheid van BGW is er ook niet voor niks. Het is al een interventie op zich. Het is een ander gesprek geworden dan we dachten en dat was juist heel goed.
Dit rapport is naar de Tweede Kamer gestuurd. Hoe kijk je in het algemeen aan tegen het openbaar maken van dit soort rapporten?
Ik ben voor openbaarheid van rapporten. Openheid is een van de kernwaarden van SZW. De buitenwereld mag meekijken hoe dingen hier gaan. Een enkele keer zijn er zwaarwichtige argumenten om het niet te doen, dat was nu niet het geval. Soms is het juist behulpzaam als een expert-oordeel ook nog eens aangeeft hoe complex de vraag is die voorligt. De politiek mag ook weten dat er fouten gemaakt worden. Het is allemaal mensenwerk.
Heb je ooit van andere mensen wel eens een les geleerd waar je nog steeds wat mee kunt?
Ik leer nog elke dag van allerlei mensen om mij heen. Vandaag was ik bijvoorbeeld op bezoek bij de directie DSU (dienstverlening, subsidieverlening en uitvoering van beleid). Een uitvoeringsclub binnen SZW. Ik was bij hun adviesraad Diversiteit en Inclusie (D&I). Heel interessant hoe zij invulling geven aan de D&I doelstellingen. Passend bij die directie is dat een strak georganiseerd en geordend proces. Daar heb ik weer van geleerd dat bij sommige directies zo’n strak proces uitstekend is. Zo zijn er iedere dag dingen waardoor ik geïnspireerd raak en van blijf leren. Misschien is de belangrijkste les wel: stel je oordeel uit, blijf open staan.
Er zijn inmiddels zes vrouwelijke SG’s. Niet alleen bij de ‘sociale’ ministeries zoals Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Sociale Zaken en Werkgelegenheid maar ook bij andere departementen zoals Justitie en Veiligheid, Klimaat en Groene Groei, Asiel en Migratie. Is dat van invloed geweest op het overleg met je collega secretarissen-generaal (het SGO)? Kunnen jullie daardoor beter samenwerken?
Ik ben enthousiast over het SGO. We zijn intensief met elkaar in gesprek over hoe we veel meer nog dan voorheen, als één Rijksdienst kunnen gaan samenwerken, juist daar waar we als collectief iets te doen hebben. Dat deden we bijvoorbeeld met onze brief aan de vorige formateur. We benoemen daarin onze ambitie met de organisatie van de Rijksdienst, vragen aandacht voor de lange termijn vraagstukken en gaan in op zaken als transparantie, diversiteit en inclusiviteit. We denken meer over de grenzen van departementen heen. Bijvoorbeeld binnen het sociaal domein; hoe kunnen we de wetgeving in samenhang evalueren en van een vervolg voorzien en hoe kunnen we (financieel) ontschotten.
Zie je tendensen voor de overheid die relevant zijn voor jouw werk?
De complexiteit neemt toe in de samenleving. Eigenlijk alle grote maatschappelijke vraagstukken laten zich niet meer door één ministerie of door één overheids-laag of door één publieke dienst oplossen. Je hebt elkaar heel hard nodig. Dan moet je het ook mogelijk maken het samen te doen.
Sommigen zeggen wellicht: dat was altijd al zo, alleen anno 2025 kom je er echt niet meer mee weg door het toch amechtig zelf te blijven doen.
Dat is voor een deel waar. Tegelijkertijd: de dynamiek van de vraagstukken is vele malen groter geworden door onder andere invloed van technologie, of geopolitiek, etc. De onderliggende complexiteit in de belangenafweging is dusdanig dat je niet meer één belang bij voorbaat zwaarder weegt. Belangen komen meer in evenwicht en je krijgt een andere invulling van netwerkorganisatie met daarbinnen co-creatie. Meer gelijkwaardigheid. Ministerie en uitvoeringsorganisatie hadden elkaar altijd natuurlijk wel nodig in wat toen nog een volgtijdelijk proces was. Alleen als een uitvoerder dan zei: het kan niet en de minister wilde het toch, dan deden we het alsnog. Een uitvoerder kan nu niet zomaar even ergens capaciteit vandaan halen. Er is overal arbeidsmarktkrapte wat nog meer vraagt van onze wendbaarheid.