Gedragsverandering als fundament voor vertrouwen en effectiviteit
Het regeerprogramma 2024 maakt duidelijk: het herstel van vertrouwen in de overheid vraagt om meer dan systeemaanpassingen. Het begint bij een fundamentele verandering in gedrag en houding. Want hoe beleid wordt uitgevoerd, en hoe ambtenaren omgaan met burgers en met elkaar, wordt in de kern bepaald door hoe zij denken, doen en samenwerken.
Gedragsverandering is geen eenvoudige opgave. Weerstand, ingesleten patronen en een steeds snellere dynamiek maken het lastig om duurzaam te veranderen. Ook neurodiversiteit en verschillen in waarneming spelen hierbij een rol. Wie impact wil maken, moet bewust werken aan reflectie, flexibiliteit en nieuw gedrag.
Dat vraagt om vaardigheden als beter leren luisteren, je rechtsstatelijke rol bewust invullen, ruimte maken voor ethische reflectie en het kunnen leren van fouten. Vakmanschap, samenwerking en een sterk lerend vermogen zijn daarvoor onmisbaar. Dat vraagt om expertise én om samen leren in de praktijk. Zo ontstaat ruimte voor duurzame verandering en een sterkere, betekenisvolle invulling van de publieke taak.
Binnen die opgave vervult Rijksorganisatie ODI een sleutelrol. Als kennis- en ontwikkelorganisatie op het gebied van organisatieontwikkeling, digitalisering en innovatie verbindt ODI technische en beleidsmatige vernieuwing met de menselijke kant van verandering. Door gedrag en houding structureel mee te nemen, werkt ODI aan een toekomstbestendige rijksdienst waarin technologie en menselijk handelen hand in hand gaan.
“Gegevens moeten stromen. Dat doen ze niet door een overheid die is opgebouwd uit bureaucratische barrières. Ook het gedrag, de cultuur en het leiderschap moeten veranderen.”
— Arre Zuurmond in 'Dwars door de orde'